fbpx

Mileuregels De Klop Facility Group

2. Calamiteiten

In geval van calamiteiten is het belangrijk dat je op de hoogte bent van de richtlijnen van de opdrachtgever op de werkplek. In het algemeen gelden de volgende basisregels.

Brand

Dit dient onmiddellijk gemeld te worden volgens de regeling van het bedrijf/organisatie waar je op dat moment werkt. Indien de opdrachtgever geen regeling heeft, via alarmnummer 112. Alarmeer aanwezig personeel; en tracht met de aanwezige kleine blusmiddelen de brand te beperken. Denk hierbij aan uw eigen veiligheid.

Let wel:

– Nooit op elektrische installaties of apparatuur spuiten met water;

– Volg instructies van opdrachtgever en brandweerpersoneel op;

Waarschuw je leidinggevende/KAM-coördinator zo spoedig mogelijk. Hij zal met je een ongevallenformulier invullen.

Ongevallen / EHBO

Alarmering bij (ernstige) ongevallen en andere situaties waarbij eerste hulp noodzakelijk is moet gebeuren volgens de regeling van de opdrachtgever.

Indien de opdrachtgever geen regeling heeft, via alarmnummer 112. Waarschuw daarna de leidinggevende en vul na afloop met hem/haar een ongevallenformulier in. Het is wenselijk de volgende gegevens door te (laten) bellen:

– Je naam;

– Plaats van het ongeval;

– Zo mogelijk de aard van de verwondingen;

– Het aantal slachtoffers;

– Waar de ambulance eventueel moet komen.

In verband met het ongevallenonderzoek, is het verboden wijzigingen in de arbeidsomstandigheden / situaties aan te brengen, tenzij de arbeidsomstandigheden / situaties gevaar op leveren.

Waarschuw je leidinggevende en/of /KAM-coördinator zo spoedig mogelijk. Hij zal met je een ongevallenformulier invullen.

Materiele schade

Schade aan materialen, machines en stofzuigers e.d. dient onmiddellijk gemeld te worden aan je leidinggevende. Na directe actie zal hij dit ook melden aan de KAM-coördinator.

Melden gevaarlijke situaties

Meldt de opgemerkte gevaren voor veiligheid en gezondheid direct aan je manager glas en specialisten, zodat deze met de opdrachtgever kan overleggen. Ook vult de leidinggevende een (bijna) ongevallen formulier in en draagt dit over aan de KAM-coördinator.

Werkplekinspecties

Gemiddeld 1x per maand zal op elk project een korte milieu(werkplek)inspectie worden gehouden. Deze zal normaal gesproken worden uitgevoerd door de KAM-coördinator of je leidinggevende en zal gericht zijn op de werkzaamheden van ons bedrijf. Er is een standaard checklist opgesteld, zodat alle milieupunten aandacht krijgen.

3. Diversen milieu-aandachtspunten

Milieuvoorschriften

Voor jullie als medewerker kan je direct en/of indirect aan onze milieubelasting en –verbetering een belangrijke bijdrage leveren. Daarom gelden voor jullie de volgende eisen:

Algemeen

– De te gebruiken machines. stofzuigers (met als voorbeeld het speciale milieufilter wat er in zit) en materialen moeten voldoen aan de vigerende milieuwetgeving;

– Luchtverontreiniging, afvalwaterlozingen (loos alleen water in de daarvoor bestemde wasbakken), bodemverontreiniging, geurhinder en geluidshinder (bij bijvoorbeeld gebruik van een eenschijfsmachine, houd rekening met de gebruikers in het pand) moeten worden voorkomen en mogen uitsluitend met toestemming van je leidinggevende en/of de KAM-coördinator plaatsvinden;

– Je dient continu te streven naar vermindering van de milieueffecten in je werkzaamheden;

– Voorafgaand en tijdens je werkzaamheden is het van belang, dat je als leidinggevende en medewerker op de hoogte bent van voor jouw relevante wet- en regelgeving en de voorschriften vanuit het milieusysteem van De Klop Facility Group. Hiervoor kan contact worden opgenomen met je leidinggevende en/of de KAM-coördinator;

Afval

– Je zorgt ervoor dat het ontstane afval gescheiden opgeslagen is in de daarvoor bestemde afvalcontainers die door de opdrachtgever en/of De Klop Facility Groupzijn aangeboden. Zorg hierbij dat geen afval in het milieu terecht komt. Let daarbij op de volgende zaken:

– Je zorgt ervoor dat het ontstane afval gescheiden opgeslagen is in de daarvoor bestemde afvalcontainers die door de opdrachtgever en/of De Klop Facility Groupzijn aangeboden. Zorg hierbij dat geen afval in het milieu terecht komt. Let daarbij op de volgende zaken:

o Gooi kartonnen verpakkingen bij het oud papier. Gooi kunststof flessen in speciale containers of maak gebruik van een speciale afvalzak.

o Voor het plaatsen van afvalcontainers en het afvoeren van vrijkomende afvalstoffen alsmede, puin, schroot en/of vervuilde grond, dient contact te worden opgenomen met de KAM-coördinator.

o Laat geen olie, brandstof en overige milieu – aantastende vloeistoffen zomaar weglopen;

o Sla chemisch afval, zoals lege spuitbussen en/of batterijen, op in de daarvoor bestemde afval- en containertanks van de opdrachtgever en/of De Klop Facility Group;

o Geef voorvallen met ongunstige milieu-effecten zo spoedig mogelijk door aan je leidinggevende;

o Alle residuen en restpartijen van schoonmaakmiddelen in jerrycans, plastic flessen e.d. dienen te worden doorgegeven aan je leidinggevende. De KAM-coördinator neemt contact op met de gemeente Vianen voor afvoer van deze gevaarlijke stoffen;

Werken met schoonmaakmiddelen / veiligheidsbladen

– Gebruik geen eigen schoonmaakmiddelen of schoonmaakmiddelen zonder productlabel; als je een middel overtapt, zorg er dan voor dat het in een flacon terecht komt met een juist productlabel erop;

– Als er met een diverse schoonmaakmiddelen wordt gewerkt, zal de leidinggevende bij aanvang van (schoonmaak-)werkzaamheden met je overleg voeren waarbij duidelijke instructies over deze middelen en het werken hiermee worden gegeven.

– Veiligheids- en produktinformatiebladen dienen ten allen tijde ter inzage te liggen op het kantoor of in het logboek bij de opdrachtgevers. Deze zijn bestemd voor medewerkers en opdrachtgevers.

– Bewaar de schoonmaakmiddelen altijd in een aparte kast of plank in de originele verpakking. Zorg ervoor dat de verpakking altijd goed gesloten is. Als de naam van het product niet op de verpakking staat, schrijf die er dan zelf op. Als je twijfelt welk product het is, vraag het dan aan je leidinggevende.

Dosering schoonmaakmiddelen

– Lees op het etiket hoeveel je mag gebruiken per schoonmaakmiddel;

– Doseer volgens de aangegeven hoeveelheden;

– Gebruik indien nodig de bijgeleverde doseerdop; Een doseerdop voorkomt overdosering en is spaarzaam in gebruik. Wanneer je ditsysteem gebruikt is dit kostenverlagend en geeft je de mogelijkheid om veilig en milieubewust te gebruiken;

– Schoonmaakmiddelen mogen nooit met elkaar gemengd worden.

Zuinig rijden

Autorijden kan en moet volgens de principes van zuinig rijden. De principes van zuinig rijden vind je op www.evo.nl, www.verkeersveiligheidgroep.nl en www.rentar.nl. Er wordt van de rijder verwacht dat hij/zij de principes kent en toepast. Indien nodig kan hiervoor een speciale training worden aangevraagd bij directie.

Door je rijstijl aan te passen aan de techniek van een moderne auto kun je tot tien procent brandstof besparen;

– Voor een gemiddelde rijder (zowel benzine als diesel) betekent dit een jaarlijkse besparing van ongeveer 180 euro;

– voor bestuurders die veel rijden kan dit oplopen tot 280 euro. Bovendien vermindert een zuinige rijstijl de onderhoudskosten, doordat auto-onderdelen minder slijten.

– Ook het milieu gaat vooruit door Het Nieuwe Rijden, want door het lagere brandstofverbruik daalt de uitstoot van het broeikasgas CO2 en andere milieuvervuilende stoffen.

Bijgaand enkele tips:

– Schakel zo vroeg mogelijk over naar een hogere versnelling tijdens het rijden, en rijd zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid met een laag toerental in de hoogste versnelling, waarbij de motor soepel loopt.

– Gebruik autoaccessoires die helpen brandstof te besparen, zoals een boordcomputer, brandstofverbruikmeter, toerenteller en cruise-control.

– Vermijd hoge snelheden. Hoe hoger de gemiddelde snelheid, hoe hoger het brandstofverbruik.